In een recente onthulling is de gemeente Culemborg in opspraak geraakt, bewerend een van de vijf Nederlandse gemeenten te zijn die geen diepgaand onderzoek heeft uitgevoerd naar de onteigening en doorverkoop van Joodse panden tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Stadshistoricus Bert Blommers benadrukt echter dat de gemeente wel degelijk in 2020 een intern onderzoek heeft uitgevoerd na aantijgingen door het Journalistiek Platform 'Pointer'. Mw. Nini Vonk-Wartena, emeritus predikant en bestuurslid van de 'Stichting Stolpersteine Culemborg', is een van de sleutelfiguren die uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar Joodse families in Culemborg en hun vooroorlogse woonhuizen.
De onthulling heeft tot verdeelde reacties geleid. Terwijl Pointer aangeeft dat de gemeente Culemborg geen formeel historisch onderzoek heeft ondernomen, beweert de gemeente dat het 'informele onderzoek' aantoonde dat er geen onteigende huizen van Joden zijn gekocht. Toch wordt nu overwogen om alsnog formeel onderzoek te starten, wat de reputatie van de gemeente kan beïnvloeden.
De vraag rijst nu of deze controverse een katalysator zal zijn voor verdere diepgaande studies en mogelijke erkenning van eventuele nalatigheden in het verleden. De focus ligt op transparantie en gerechtigheid, met het oog op het bewaren van historisch erfgoed en het herstellen van eventuele fouten.